In juni deed DataBewijst onderzoek naar de aanrijtijden van regionale politie-eenheden. DataBewijst focuste zich op de Regionale Politie Eenheid Den Haag en schreef onderstaand artikel met toevoeging van interactieve visualisaties.
De Regionale Politie Eenheid Den Haag heeft de streefnorm bij spoedmeldingen het afgelopen jaar niet gehaald. In 90 procent van de gevallen moet de politie binnen een kwartier op locatie zijn. In de Regionale Eenheid Den Haag zit de politie-eenheid structureel onder de streefnorm. Dit blijkt uit het dataportaal van de politie.
De spoedmelding
In de meldkamer komt de melding binnen. De centralisten bepalen of deze melding een prio 1-melding (spoedmelding) is. Onder deze meldingen vallen levensbedreigende situaties voor de mensen of bij een diefstal waarbij de dader wordt gezien. Hans Schoones, vicevoorzitter van de politievakbond ANPV, vertelt dat politieagenten hun best doen om binnen de 90%-norm te komen. “De burger zit er niet op te wachten dat de politie te laat aankomt. Als het een spoedeisende melding is en je komt na een half uur aan, dan kan een situatie al veel verder geëscaleerd zijn.”
Tussen april 2019 en april 2020 is er te zien dat de Regionale Eenheid Den Haag rond de 86% scoort. Van de ruim 32.000 prio 1-meldingen was de politie in 27.753 gevallen binnen vijftien minuten aanwezig bij een spoedmelding.
Kijkend naar de Regionale Eenheden in de Randstad haalt alleen Midden-Nederland de streefnorm.
Onderbezetting auto’s
Een reden dat de aanrijtijd onder de norm ligt, komt door een onderbezetting van auto’s. Er is een verschil tussen steden en landelijke gebieden volgens Hans Schoones: “In de landelijke gebieden zijn de aanrijtijden langer, omdat het fysiek in kilometers langer is. Op sommige plekken zijn maar één of twee auto’s en dat is een uitdaging.”
Sinds kort is Krimpenerwaard, een gemeente in Regionale Eenheid Den Haag, een uitzondering. Gert-Jan van den Burg, Teamchef politie Krimpenerwaard, vertelt dat er sinds de coronamaatregelen meer auto’s in zijn gebied aanwezig zijn. In de coronaperiode lag de reactietijd op ongeveer 80% van de norm. Zijn verklaring voor deze verandering is dat er meer politieagenten op straat zijn. “Er zijn geen cursussen of evenementen en minder verlofaanvragen. Normaal gesproken zijn er in de gemeente volop buurt- en tentfeesten. Dat slokt heel wat van mijn mensen op, maar dat is nu niet zo.”
Tekort aan agenten
De vicevoorzitter van de politievakbond vertelt dat in de komende vijf tot zeven jaar er een uitstroom is van vijftien tot zeventien duizend agenten. In het jaarverslag van de politie staat dat er 58% meer sollicitaties zijn, maar deze agenten in spé moeten eerst nog worden opgeleid. Ze zullen ook niet allemaal in uniform op straat belanden. Alleen de agenten die in uniform buitendienst hebben, komen op prio 1-meldingen af. Van den Burg: “Op papier heb ik meer recht op agenten dan ik in werkelijkheid heb. Er is in veel meer teams sprake van een onderbezetting.” Dat heeft, volgens de Teamchef, alles te maken met de tekorten bij de politie.
Menselijke fouten
Vroeger werkte Schoones op de meldkamer als leidinggevende. “Als ik de cijfers nader analyseerde wat dan de oorzaak was van onder de norm scoren, dan kan het ook een menselijke fout zijn. Dat er een verkeerde code is ingetoetst of dat ze in de hectiek vergaten te melden dat ze ter plaatse zijn.” Als agenten namelijk aanwezig zijn op de locatie, dan moeten zij op een knop drukken om hun aanwezigheid te melden.
Wat betekent het voor de burger?
De politie is vaak een ondersteunende kracht bij prio 1-meldingen. “Wij zijn er in principe niet om geneeskundige zorg te verlenen of om te blussen. Als wij op tijd zijn, zorgen we dat iedereen op afstand blijft of we zoeken alvast getuigen. Het gaat erom dat de meest noodzakelijke hulpdienst er als eerste aanwezig is om jou te helpen,” aldus Gert-Jan van den Burg.
Voor specifiek politiemeldingen ligt het anders: “Als wij een melding krijgen van een overval of woninginbraak, gaan meerdere auto’s rijden. Hoe langer het duurt voordat wij er zijn, hoe kleiner de pakkans wordt. De dader zal dan waarschijnlijk al weg zijn. Dat is natuurlijk heel vervelend.” Hij vertelt dat het aantal gevallen waarin er op heterdaad wordt betrapt, laag is. “In de stad staat een agent soms nog om een hoekje, maar in de landelijke gebieden zijn de locaties verder weg. Het helpt wanneer mensen bij hederdaadsituaties ook snel 112 bellen.”